Archeologisch onderzoek is verplicht wanneer de bodem van uw project moet worden verstoord doordat er bijvoorbeeld grond moet worden uitgegraven. Dit komt vaak voor als het gebied of de planningslocatie een dubbele gebruikswaarde heeft in haar bestemmingsplan. Dat wordt vaak een dubbelbestemming Waarde – Archeologie genoemd. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er sprake is van een wettelijk beschermd archeologisch monument op het betrteffende stuk grond. In dat geval is de nationale overheid in de vorm van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) uw aanspreekpartner. In het geval van een wettelijk beschermd monument kan de CER bepalen welke werkzaamheden er wel of niet mogen worden uitgevoerd. Zo kan er bepaald worden dat er geen grondinterventie op het terrein mag plaatsvinden, of dat er alleen onder bepaalde voorwaarden gegraven mag worden. De eventuele noodzakelijke ingrepen in de bodem en de uitzonderingen daarop worden vaak vermeld in het bestemmingsplan. Deze kunt u bijh uw gemeente opvragen. Dat kan toegestane ontgravingen, booronderzoek of andere graafwerkzaamheden zoals ophogingen en heiwerkzaamheden beschrijven. Vrijstelling voor onderzoekDe gemeente zal in het algemeen projecten met een oppervlakte van minder dan 100 m2 vrijstellen van de verplichting om onderzoek naar archeologische waarden te verrichten. De gemeente kan echter in een milieuplan of omgevingsplan een andere vrijstellingsgrens hebben vastgelegd. In historische stadscentra bijvoorbeeld is echter de kans op het vinden van archeologische schatten zeer groot. Booronderzoek en archeologische onderzoeken kunnen dus ook bij projecten met een oppervlakte van minder dan 100 m2 belangrijke informatie opleveren. In dergelijke gevallen is er sprake van een grote wetenschappelijke en maatschappelijke meerwaarde en zullen de plaatselijke regels daarin voorzien. Grondgebied met een lagere verwachte waardeIn gebieden waar de verwachte waarde laag is, kan de gemeente een grotere vrijstelling in het milieuplan of omgevingsplan opnemen. Daarmee wil men voorkomen dat de gemeente een aanvrager verplicht om archeologische onderzoeken te doen die naar verwachting weinig of geen waarde hebben. De mate van ontheffing is afhankelijk van de verwachte archeologische waarde van de locatie. Daarom moet de gemeente de ontheffing ook op archeologische gronden verantwoorden. Als uw plangebied of planningslocatie een dubbele zoneringswaarde heeft, dan zijn er vaak ondergrenzen. Dit betekent dat als de basislijn in uw graafplan onder een bepaalde oppervlakte en/of diepte blijft, verder onderzoek niet nodig is. Verwacht u overschrijdingen van deze diepte, dan bent u vaak verplicht om wel een archeologisch onderzoek te laten uitvoeren. Tijd…Het is van groot belang voor alle partijen dat archeologisch onderzoek zo vroeg mogelijk in het proces wordt uitgevoerd. Wacht niet tot het laatste moment met het starten van uw aanvraag voor het onderzoek. Indien er namelijk blijkt dat er belangrijke archeologische materialen in de bodem zitten, hebt u de kans nog om de plannen voor uw fundering aan te passen. Of u reserveert tijd in uw plannen om een onderzoek netjes te laten uitvoeren en afronden. In beide gevallen is vooral tijd belangrijk. Archeologische onderzoeken omvatten verschillende stadia en beslissingspunten, die helaas ook wat tijd kosten. Hoe ver u bent met uw project, hoe minder flexibiliteit er is en hoe groter de kans op vertragingen. U doet er verstandig aan om grondig te bestuderen welk pad u moet bewandelen informeren zodat uw project tot volle tevredenheid van alle partijen kan worden uitgevoerd. |
https://transect.nl/ |