|
Tegenwoordig moet zo goed als elk product dat gemaakt wordt gecodeerd worden. Om een product te coderen moet elk product voorzien worden van een unieke productcode. Met die productcode moet alle specifieke informatie over het product meteen beschikbaar zijn en afgelezen kunnen worden. Een productcode bevat bijvoorbeeld vaak de productiedatum van het product, de materialen of de ingrediënten waarvan het vervaardigd is en andere informatie over het product zoals de afmetingen, grootte of maten, de kleur en het bedrijf dat het produceert of de materialen ervoor produceert. Dankzij deze productcode is een product op elke moment herkenbaar en traceerbaar. Een code wordt op het product gedrukt met een codeerprinter. Dit zijn twee printsystemen die gebruikt worden voor het drukken van productcodes voor verschillende toepassingen: Een continuous inkjet printer is de standaard printer die voor de meeste codeersystemen prima geschikt is. Het is een klein karakter printer die contactloos en met hoge snelheid kan printen op diverse materialen, bijvoorbeeld plastiek, folie, metaal en glas. Een hot foil printer is ontworpen om een permanente druk te zetten die veeg- en krasvast is. Dat is nodig voor producten die in zwaardere omstandigheden gebruikt worden. De hot foil printer kan printen op zo goed als elk materiaal, karton, textiel, leer, folie, papier etc, en print met een zeer hoge snelheid. Ook is de print meteen vast, er moet dus geen droogtijd gerekend worden. Een DOD printer staat voor drop on demand. Het is een kabel printer die print door middel van minieme druppeltjes inkt die gelost worden boven het printoppervlak. De printer raakt het printoppervlak dus niet, zo wordt er vermeden dat het beschadigd wordt. De DOD printer is zo ideaal voor het coderen van kwetsbare materialen. Een THT printer, THT staat voor Tenminste Houdbaar Tot, wordt gebruikt voor het printen van houdbaarheidsdatums op voedingsmiddelen. |
| http://www.kba-metronic.com/nl/ |
